klik op de vraag voor het antwoord
Hoe zijn jullie ooit begonnen ?
Ik, Judith, kwam ooit tijdens een wandeling in 2007 een gewonde sperwer tegen. Zijn vleugel hing naar beneden en hij kon duidelijk niet meer vliegen. Met veel moeite heb ik, samen met de dierenambulance, de sperwer kunnen vangen. Zij is toen naar vogel- en egelopvang De Mikke in Middelburg gebracht. Ik heb gevraagd of, mocht zij het onverhoopt toch niet halen, ik de vogel terug mocht hebben om op te laten zetten. Helaas is ze na 2 dagen in de opvang gezeten te hebben overleden. Ik ben toen op zoek gegaan naar een preparateur en heb daar een middag mee mogen kijken. Dat vond ik zo indrukwekkend dat ik het vak ook graag wilde leren. Zo gezegd, zo gedaan. Paul is in 2009 begonnen omdat hij het werk in de ict niet meer zag zitten.
Waar kun je dit leren?
Paul en ik zijn zelf in de leer gegaan bij een preparateur. Een beetje zoals vroeger toen je als gezel in de leer ging bij een vakman, bv. hoefsmid, metselaar, enz. Tegenwoordig zijn er ook opleidingen in het midden van het land. Je krijgt dan klassikaal les en de lessen vinden meestal plaats in de weekenden.
Waarom hoef je tegenwoordig niet meer met een dood dier naar de politie voor een vervoersvergunning?
De vervoersvergunning (ook wel C2 genoemd) stamt nog uit de tijd van de “Flora- en Faunawet” en de wetten daarvoor. De bedoeling was dat de politie kon vaststellen om wat voor dier het ging en kon vaststellen wat de doodsoorzaak was. Vroeger had je vaak een veldwachter die naast boeven vangen ook goed op de hoogte was van wat er in de natuur te vinden was en wanneer er iets niet klopte. De politie heeft nu die kennis niet meer. Ze kunnen meestal niet vaststellen om wat voor dier het gaat (zeker als het vogels betreft). Ook qua doodsoorzaak hebben ze die kennis niet meer. Sterker, zelfs wij weten vaak pas de doodsoorzaak als een dier open is gemaakt. Het is dus niet reëel om te verwachten van de politie dat ze dat allemaal weten. Daarom is in de “Wet Natuurbescherming 2017” de politie als extra schakel eruit gehaald. Wij zijn nu zelf verantwoordelijk voor het invoeren van binnengekomen dieren bij de Rijksoverheid. En dat is ook wel logisch, want als preparateur hebben wij meer kennis van fauna en anatomie dan de politie.
Hoe komen jullie aan al die dieren?
De meeste dieren (vooral vogels) worden gebracht door mensen die het dier graag willen laten opzetten. Het betreft meestal vogels die tegen het raam zijn gevlogen, of slachtoffers die in het verkeer zijn gevallen. Sommige soorten zijn erg gevoelig voor bepaalde doodsoorzaken door hun manier van leven. Zanglijsters, ijsvogels, sperwers, roodborstjes zijn meestal raamslachtoffers. Buizerden en kerkuilen vinden vaak hun dood in het verkeer. Daarnaast heb je ook nog dieren die onder de beheersjacht of schadebestrijding vallen. Hierbij kun je denken aan damherten, muskusratten, mollen, marterachtigen, enz.
Mensen in onze omgeving weten dat wij dieren prepareren. Vaak krijgen we dus ook dieren aangeboden door dorpsgenoten of eilandgenoten, die het dier niet opgezet terug willen. Deze dieren gaan bij ons in de vriezer en mocht er nou eens een klant komen die een bepaald dier zoekt, kunnen we daar soms in voorzien.
Zetten jullie alle dieren op?
Nee. Wij richten ons voornamelijk op vogels en kleine zoogdieren tot en met formaat vos/das. Ons atelier biedt niet genoeg ruimte die nodig is om grotere dieren of troffeekoppen op te zetten. Er zijn ook preparateurs die vissen, amfibien of reptielen opzetten. Bij ons is daar eigenlijk geen vraag naar. Wij vinden het belangrijker om ons te specialiseren in datgene waar wel veel vraag naar is. Paul is naast het opzetten van “gewone” vogels en zoogdieren ook bijzonder bekwaam in hele kleine vogeltjes zoals het goudhaantje en het winterkoninkje.
Is het niet vies om te doen?
Dat valt reuze mee. Veel mensen hebben het idee dat wij alles, orgaan voor orgaan, verwijderen. Maar wat we eigenlijk doen is de huid van de bout afpellen. Die bout die je er uiteindelijk uithaalt, kun je wel vergelijken met een hele kip die in de supermarkt te koop is. Er zit een vel over de buikorganen (buikvlies) en dat houdt de boel netjes bij elkaar. De ogen en de hersenen moeten ook worden verwijderd. Dat kan wel een beetje vies zijn, maar je raakt er ook aan gewend. Daarnaast werken wij alleen met verse dode dieren, dus geen dieren die al aan het ontbinden zijn. Als dat eenmaal het geval is, kunnen veren of vacht loslaten en kunnen wij er niets moois meer van maken. Wel is het zo dat dieren die met een bepaalde mate van geweld om het leven zijn gekomen (denk aan een botsing met een auto of raam) soms een bloeding hebben. Maar ook daaraan raak je gewend.
Halen jullie alles uit het dier?
Dat ligt aan het dier. Bij vogels blijven de botten van de vleugels en de poten in het lichaam zitten. Die hebben we nodig om het dier later weer in model te krijgen. Meestal blijven in de poten alleen de botten vanaf de knie naar de tenen zitten. Bij hoogpotige roofvogels zoals de havik en de kiekendief, laten we ook het bovenbeenbot zitten. Daarnaast blijft het grootste deel van de schedel zitten. Alleen het achterkapje wordt eraf gesneden om de hersenen te kunnen verwijderen.
Bij zoogdieren blijven alleen de laatste teenkootjes, waar de nagels aan vastzitten, in het lichaam zitten. Dat heeft alles te maken met het opvullen van de huid.
Wat stoppen jullie er weer terug in?
Bij vogels snijden we van pu-platen (=polyurethaan), het soort platen wat voor dakisolatie wordt gebruikt, een lichaam op maat. Het voordeel van pu is dat het licht in gewicht is maar het heeft wel een stevige structuur waardoor we ijzerdraden erin kunnen bevestigen. In de poten en vleugels worden naast de botten ijzerdraden geschoven zodat ze later in het proces op hun plek blijven zitten.
Voor zoogdieren zijn standaard kunstlichamen te koop. Deze zijn vaak gemaakt van latex of giet-pu. Ze kunnen geleverd worden in diverse maten. Elk individueel dier heeft een eigen afmeting, net als wij mensen. Ook zijn ze te verkrijgen in verschillende houdingen. Zo zijn er kunstlichamen voor een liggend dier, maar ook voor een staand dier of een dier dat klimt. In overleg met de klant kiezen we een lichaam dat past bij de wens van de klant.
De ogen zijn een vak apart. Sommige dieren (m.n. vogels) kunnen zeer wisselende kleuren hebben. Zo kan een volwassen man een andere oogkleur hebben dan een volwassen vrouwtje. En ook jonge vogels kunnen een afwijkende kleur hebben. Vogelogen zijn er in verschillende kwaliteiten en prijzen. Een kerkuil bv, heeft eigenlijk alleen zwarte bollen. Dus daar maakt de kwaliteit niet veel uit maar voor bv velduil, buizerd of vos, zijn er museumkwaliteit ogen te koop. Dit geeft het opgezette dier een nog natuurlijkere uitstraling.
Waarvoor dienen die spelden die je soms op facebook foto’s ziet?
Bij een levend dier, zit de huid vast aan het vlees (spieren, pezen, enz.). Op het moment dat je een dier gevild hebt, heb je alle verbindingen verbroken. De huid is dan alleen nog maar een slap velletje met een paar botjes erin. Als de vogel eenmaal is opgevuld en dichtgehecht, is er nog steeds weinig samenhang. De diverse stukken huid en (bij vogels) veerpakketten worden door die spelden op hun plek gehouden. Vaak spannen we bij vogels ook nog draden tussen die spelden om te voorkomen dat één of meerdere veren raar gaan zitten tijdens het droogproces. De dieren, afhankelijk van diersoort en formaat, blijven 1 tot 3 weken zo staan tot ze helemaal droog zijn. Dan worden de spelden en draden verwijderd en kan er begonnen worden met de nabewerking.
Hoe lang kan een opgezet dier mooi blijven?
Dat heeft deels te maken met de omgeving waarin het dier staat. Wij wassen het dier sowieso met een anti-vraat shampoo tegen motten en ander ongedierte. Een dier blijft het mooist als hij niet bij een warmtebron en zeker niet in direct zonlicht staat. Door te veel licht, gaat het dier helemaal verbleken. Roken is ook funest. Het dier kleurt dan geel van de nicotine-aanslag. Ook kun je het dier beter niet in een vochtige ruimte zetten, bv. een keuken waarin gekookt wordt. Het mooiste blijft een dier onder een stolp op een niet te lichte plaats. Als dat niet mogelijk is, kun je het dier eens per maand afstoffen met een hele zachte kwast met de haren of veren mee. Een goed preparaat op een goede plek kan meer dan 100 jaar goed blijven. Natuurlijk is hij dan niet meer zo mooi als in het begin.
Hoe lang zijn jullie bezig met een dier?
Dat is afhankelijk van het formaat, de moeilijkheidsgraad en eventuele beschadigingen. Met een roodborstje zijn we al gauw 8 uur bezig. Een buizerd doen we al gauw 10 tot 12 uur over. En het opzetten van een complete vos kost al gauw 16 uur werk.
En wat kost nou zoiets?
Als we de arbeidsuren zouden moeten rekenen, zou het onbetaalbaar zijn. De kleinste dieren (kleine vogels, muisjes, enz.) beginnen vanaf 135 euro. Naarmate het dier groter of moeilijker wordt, loopt de prijs op naar zo’n 500 euro voor een complete vos.
Kun je ook dieren kopen die in jullie atelier aanwezig zijn?
Ja en nee. Nee, wij mogen geen beschermde dieren verkopen. En bijna alle dieren in Nederland (op een paar uitzonderingen na) zijn beschermd. We mogen wel een dier weggeven en daarvoor de kosten van het prepareren in rekening brengen.
Zetten jullie ook huisdieren op?
Dat ligt er een beetje aan. De meeste huisdieren die we opzetten zijn konijnen, cavia’s, chinchilla’s, parkieten en papegaaien. Maar soms wil iemand dat zijn of haar kat of hond opgezet wordt. Voor deze dieren geldt dat ze niet groter mogen zijn dan een vos/das. Dus een Rottweiler kunnen wij niet doen. We hebben nog nooit een hond opgezet, maar gaan binnenkort wel onze tweede kat opzetten.